Categorie
Kansspelen
Beschrijving
De roulette heeft als verre voorvader de hoca, een loterijspel dat rond 1600 opdook in Catalonië. Hoca werd gespeeld op een bord met 48 vakken, met de mogelijkheid tot een enkelvoudige of meervoudige inzet, waarbij ieder vakje versierd was met verschillende symbolen.
In de loop van de 17de eeuw drong hoca door in Frankrijk tot het verboden werd in 1717. In de 18de eeuw was de Biribbi, een Italiaanse variant van het Catalaanse spel, wijd verspreid in de Franse speelhuizen. De eerste vermelding dateert van 1719. De collectie van de Nationale Loterij bezit een heel mooi exemplaar van dit loterijspel.
Hoca mag beschouwd worden als een voorvader van de moderne roulette, maar was niet de enige. De oorsprong van het principe van de cilinder met daarin een draaiende schijf gaat terug tot het ‘jeu de portique’ uit de periode van Louis XIV. Dit spel bestond uit een ronde of ovale houten tafel met daarin meerdere kommen, telkens in een verschillende kleur. De tafel was omgeven door een zuilengalerij. De bedoeling was in te zetten op de kleur van de kom waar de bol na zijn rit langs de zuilengalerij zou terecht komen. Het jeu de portique was uitsluitend in trek aan het koninklijk hof in de tweede helft van de 18de eeuw.
Rond 1740 verdwijnt dit ‘koninklijk spel’ en gaat over in de roulette waarvan de oorsprong dateert uit het begin van de 18de eeuw, als gevolg van de kruising tussen de hoca en het jeu de portique.
De roulette kende een laatste evolutie op het einde van de 18de eeuw met het opduiken van een draaiende schijf, waarschijnlijk geïnspireerd op het Engelse spel Even and Odd, ontworpen rond 1730. Zo verkreeg de roulette haar definitieve vorm : een draaiende schijf in een cilinder, verdeeld in genummerde vakjes, waar een balletje, eenmaal de schijf tot stilstand komt, het winnende cijfer aangeeft. De cilinder bevindt zich in een speeltafel waarop 37 vakjes getekend zijn, genummerd van 0 tot 36, alternerend rood en zwart, met uitzondering van de nul in het groen.
Gedurende het grootste deel van de 18de eeuw kende de roulette een gering succes, maar vanaf 1780 werd het, door de toename van de Parijse speelhuizen, een spel met een grote symboolwaarde. De internationale bekendheid volgde veel later en was verbazingwekkend het gevolg van het algemeen verbod op loterijspelen in Frankrijk vanaf 21 mei 1836. Deze verbodsbepaling veroorzaakte een scherpe concurrentie tussen de Duitse casino’s die dit kansspel verder over de grenzen exporteerden. In de loop van de 19de eeuw stak de roulette de Atlantische oceaan over. De Amerikaanse speelhuizen voegden snel een nieuw vak toe: de dubbele nul. Vanaf dan wordt er een onderscheid gemaakt tussen de Franse en Amerikaanse roulettes.
Het spelprincipe is eenvoudig en bestaat erin te voorspellen op welk nummer het balletje op de draaiende schijf stopt. Bij ieder spel kan de deelnemer inzetten op zoveel nummers als hij wil. De croupier laat vervolgens de schijf draaien en lanceert het balletje. De spelers kunnen inzetten tot het moment dat de croupier aankondigt ‘Rien ne va plus’. Op het moment dat het balletje stopt op een nummer, deelt de croupier het winnende nummer mee. De spelers moeten wachten om opnieuw in te zetten tot de croupier zegt ‘Faites vos jeux’.
Dit exemplaar is een voorbeeld van een Franse roulette, aangezien het maar één nulvak heeft.
Datum
ca. 1940-1950
Objectnaam
Roulette
Materiaal en techniek
Mahonie
Afmetingen
diameter:
48 cm