Titel
Fortuna
Categorie
Tekeningen
Materiaal en techniek
pentekening in Oost-Indische en bruine inkt, grijs gewassen, sporen van grafiet
Beschrijving
Deze pentekening toont in het midden Fortuna, de Romeinse godin van het geluk en het ongeluk gezeten op het rad van fortuin. Het rad van fortuin was, naast de wereldbol, een van de veel voorkomende attributen van Fortuna. Een ander vast attribuut is de hoorn van overvloed hier vastgehouden door een vrouwelijke figuur, die misschien Ceres voorstelt, de godin van de plantengroei. De geldstukken uit haar hoorn vallen deels in een schaal die wordt opgetild door een geknielde man met spitse oren. Is hier de Phrygische koning Midas voorgesteld, die zo begerig was naar rijkdom dat Apollo zijn dwaasheid bestrafte met een paar ezelsoren? In elk geval lijkt tomeloze geldzucht ook de drijfveer van de vrouw vooraan die op de grond neerknielt om munten, kettingen en medailles bij elkaar te graaien. Achteraan kapen een geestelijke en een ambtenaar - met schrijfstok achter het oor - eveneens enkele munstukken weg. De weergave van een ezel en een varken in de linkerbovenhoek, die het tafereel gadeslaan, is vrij merkwaardig. Dat ridiculiserende motief lijkt erop te wijzen dat Boitard hier de dwaasheid en onredelijkheid van het lot wilde hekelen. Het rechterdeel van de compositie toont immers lovenswaardige vaardigheden zoals de teken- en schilderkunst, maar deze worden niet door het lot begunstigd. Integendeel: wildemannen slaan de vrouw met de tekenstift en trekken aan het haar van de gevleugelde knaap. De tempel van de faam achteraan blijft leeg en wordt bezoedeld door de fakkelwalmen van de wraakgodin Alecto die slangen in het haar heeft. De man naast haar met zijn spitse oren symboliseert de onwetenheid, alsof de kunstenaar wilde betogen dat degenen die lof verdienen slechts op onbegrip stuiten.
Datum
eind 17de - begin 18de eeuw
Plaats vervaardiging
Nederland
Thema
Fortuna
Afmetingen
212 × 324 mm